FAQ Graasmaskers

Een graasmasker helpt de grasopname te beperken. Als je paard snel dik wordt, koliek gevoelig is, of de nijging heeft zich te overeten kan een graasmasker helpen gezondheidsrisico’s zoals overgewicht, hoefbevangenheid en insulineresistentie te verlagen of voorkomen.

Ja, een goed passend graasmasker beperkt de hoeveelheid gras of hooi dat een paard binnenkrijgt en kan beide helpen voorkomen. Wel is het noodzakelijk dat de overige voeding ook klopt. Een graasmasker omdoen om alleen de hoeveelheid gras te beperken is niet altijd voldoende.

Nee, er zijn grote verschillen tussen de diverse modellen en merken graasmaskers. Deze kunnen verschillen in type bodem en daarmee ook in de mate van beperking. Dit maakt ook dat sommige graasmaskers minder geschikt zijn voor paarden met bijv. insuline resistentie. Wil je weten welk graasmasker voor jou paard geschikt is? vraag dan gratis graasmasker advies aan.

Dit type graasbeperking geeft gemiddeld een reductie van ±50-65% op de inname en zet je in als:

• Je paard 24/7 op de weide loopt of 24/7 het graasmasker moet dragen. ( Je paard moet dan voldoende kunnen eten.)
• Ook hooi moet kunnen eten.
• Als je een mildere beperking zoekt omdat je paard nu gezond is maar niet moet aankomen.
• Je paard zich snel overeet en daarvan snel koliek krijgt maar verder gezond is.

Onderaan deze pagina vind je meer informatie.

Dit type graasbeperking geeft gemiddeld een reductie van ±70-80% op de inname en zet je in als:

• Je paard echt veel te dik is en risico loopt op gezondheidsklachten op de korte of langere termijn.
• Recent hoefbevangen is geweest.
• EMS of IR heeft en erg gevoelig is voor suikers.

Meer informatie hierover vind je onderaan deze pagina.

Alternatieve oplossingen voor een graasmasker zijn stripbegrazing, beperkte weidegang of paddockmanagement, maar vaak biedt een graasmasker de meeste bewegingsvrijheid en een eenvoudigere oplossing als het gaat om voermanagement en het voorkomen van lang vasten.

Dit hangt af van het type graasmasker en het type huisvesting.

• Graasmaskers met een hoge beperking kunnen 8-10u gedragen worden. Hierna heeft een paard ruwvoer nodig.
• Graasmasker met een milde beperking kunnen langer tot 24/7 gedragen worden. Wel onder strikte voorwaarden en monitoring. Zie hiervoor ook onderstaande vraag voor meer informatie.

Ja, uit de ruime ervaring van de afgelopen jaren kunnen we zeggen dat dit mogelijk is. Natuurlijk heeft dit niet de voorkeur omdat bij 24/7 de impact van een graasmasker extra groot is. Let bij 24/7 een graasmasker op de volgende punten:

• Gebruik alleen graasmaskers met een milde beperking.
• Vermijd graasmaskers met een harde bodem.
• Bouw het dragen rustig op.
• Monitor dagelijks de voeropname van je paarden voer zonodig een of meerdere keren per dag bij.
• Controleer dagelijks de huid op schuurplekken en neem preventieve maatregelen zoals een bontje.
• Check regelmatig het gebit en het tandvlees op slijtage.
• Monitor het gedrag van je paard. Het langdurig dragen van een graasmasker kan de psychen en het welzijn van je paard beïnvloeden.
• 24/7 een graasmasker geeft veel extra zorgen en is geen gemakkelijke oplossing.
• Zorg voor een extra graasmasker zodat je paard zich niet meteen overeet als er iets stuk gaat.
• Als je paard ernstig te dik is en/of stofwisselingsproblemen heeft kan dit type huisvesting i.c.m. de mildere inname beperking ongeschikt zijn.

Nee, we raden het gebruik van een graasmasker voorzichtig af te bouwen. dit om de spijsvertering en de stofwisseling weer langzaam aan een hogere opname te laten wennen. Let daarbij op de volgende punten:

• Het is belangrijk om je paard tijdens het afbouwen goed in de gaten te houden. Check regelmatig de BCS of meet met een meetlint
• Houd rekening met de weideomstandigheden als je het graasmasker aflaat. Kies bij voorkeur momenten uit waarop de suikervorming in het gras laag is. meer informatie lees je hier
• Bouw het onbegrenst grazen net zo op zoals je dat ook aan het begin van het weide seizoen zou doen.
• Komt je paard snel aan, onderneem dan snel actie en doe het graasmasker weer aan. Mogelijk kan je iets later in het seizoen wel met succes afbouwen.

Dit hangt af van je paard en de locatie waar je paard is gestald. Met een graasmasker kan je paard met de kudde mee en dat geeft meer natuurlijke beweging en sociaal contact zonder teveel grasopname. Een paard apart houden in een eigen paddock lijkt soms een oplossing maar zorgt ook voor afzondering van de kudde waardoor paarden meer stress kunnen ervaren.

Kies doorgaand de overeenkomende maat van een goed passend halster. bij veel graasmaskers staat de binnen omtrek en de hoogte vermeld. Dit kun je gebruiken om je paard op te meten. Houd er met de omtrek rekening mee dat een graasmasker ruim moet zitten. Meer informatie lees je hier. Bij twijfel kies je de grotere maat.

Een graasmasker zit goed als deze niet strak om de neus zit en het paard voldoende ruimte geeft om te kunnen kauwen. Houdt hiervoor minimaal drie vingers aan ruimte aan. Ook de afstand van de lippen t.o.v. de bodem is belangrijk. De lippen mogen niet strak tegen de bodem aan zitten maar de ruimte hier tussen mag ook niet groter zijn dan een vingerdikte.

Een goed afgesteld halster voorkomt dat een graasmasker te gemakkelijk kan afglijden. Maakt de bakstukken zo lang mogelijk en stel de hoogte van het masker af doormiddel van het verstellen van het kopstuk De keelriem ligt dan achter de kaak. Deze stel je hierna aangesloten af.

Begin met korte periodes op een rustige plek. Laat je paard oefenen aan de hand. Beloon je paard bij goede pogingen met bemoedigende woorden en met reepjes wortel of iets anders lekkers. Houd een oefensessie luchtig en vrij van stress. Maak er een spelletje van. Geef je paard de tijd om aan het graasmasker te wennen en het eten te leren. Bouw de draagtijd langzaam op als je paard er mee overweg lijkt te kunnen.

Voorkom dat je paard plotseling een hele dag het graasmasker moet dragen zonder opbouwen. Dit verhoogt de kans op schuurplekken en ongemak. Begin daarom op tijd in het voorjaar met aanwennen en opbouwen.

Check eerst het volgende:

• Klopt de pasvorm van het graasmasker, en is de opening in de bodem bereikbaar voor de mond van je paard?
• Als je nog niet hebt geoefend met je paard, dan raad ik je aan dat alsnog te doen, zie vraag hierboven voor een stappenplan.
• Houd er rekening mee dat het leren eten met een graasmasker soms meerdere weken kan duren.
• Een graasmasker met kleinere opening kan lastiger zijn dan een graasmasker met een grotere opening.
• Oefen eerst op korter gras van ±10 cm, langer gras kan lastig zijn, wat je paard demotiveert.
• Als het gras eten goed lukt kun je ook hooi introduceren.

Als je paard voor het eerst een graasmasker om heeft is ons advies om eerst met je paard aan de hand te gaan oefen. Zo kan hij rustig wennen en kun je hem met beloningen sturen naar wat hij met het graasmasker moet gaan doen. Sommige paarden hebben snel in de gaten hoe ze met het graasmasker om moeten gaan. Dan kun je je paard al sneller even op de zelf weide laten.

Nee, frustratie hoort in het begin bij het dragen van een graasmasker. Frustratie is vaak een gevolg van nog niet behendig genoeg zijn met een graasmasker en wel honger hebben. Paarden met een sterk temperament of meer verstoorde stofwisseling kunnen hier meer last van hebben.

Je kunt het volgende doen:

• Geef je paard voorafgaand aan het oefenen eerst een portie hooi.
• Zorg dat je iets lekkers bij de hand hebt om je paard mee te belonen.
• Zorg voor korte oefensessies en bouw de duur langzaam op.
• Blijf rustig, ook al lukt het niet meteen.
• Geef geen weidegang zonder graasmasker. Het graasmasker moet de associatie krijgen met de weide.
• Als je paard handiger wordt komt de acceptatie van zelf.

Ja, de meeste paarden kunnen drinken met een graasmasker op. De openingen in de bodem en zijkanten van het masker zorgen ervoor dat je paard bij het water kan. Wel is het belangrijk dat de drinkvoorziening geschikt is. Veel graasmaskers zijn vrij groot en hebben een vaste vorm, waardoor ze niet in kleine lepeldrinkbakken of smalle vlotterbakken passen. Een ruime drinkbak, zoals een grote emmer, ton of kunststof bad, is het meest geschikt. Let goed op of je paard daadwerkelijk drinkt met het graasmasker om. Sommige paarden moeten hier eerst aan wennen. Regelmatige controle op voldoende wateropname blijft belangrijk.

Ja, met een graasmasker met een milde beperking kan ook hooi gegeten worden. Het is gelangrijk dat de bodem een grotere centrale opening heeft. Geef het hooi bij voorkeur los. Mocht je hooinetten gebruiken, dan kan het lukken vanaf maas 4,5cm en groter. Maar niet ieder paard lukt dit even goed. Monitor daarom goed of je paard voldoende voeding binnen krijgt.

Nee, dit dit lukt vaak onvoldoende. Neem tijdens de ze voermomenten het graasmasker even af.

Ja, veel paarden kunnen uit een milde slowfeeder eten met een graasmasker. Belangrijk is wel dat de mazen groot genoeg zijn. Een maaswijdte van 4,5 cm of groter is meestal geschikt. Kleinere mazen maken het eten vaak te moeilijk, waardoor je paard onvoldoende ruwvoer kan opnemen. Niet elk paard lukt het om met een graasmasker effectief uit een slowfeeder te eten. Observeer daarom altijd of je paard genoeg hooi binnenkrijgt en voer zo nodig (tijdelijk) bij zonder masker.

• Controleer bij het afgooien van een graasmasker altijd eerst de afstelling van het halster.
• Grijp snel in en voorkom dat je paard zichzelf een trucje aanleert. Hoe meer ervaring je paard heeft hoe lastiger het wordt.
• Plaats eventueel een extra verstelbare keelriem om te gemakkelijk afglijden van het graasmasker te voorkomen.
• Als je een graasmasker met los halster gebruikt, kan een speciaal graasmasker halster behulpzaam zijn.
• Als je paard heel behendig is kan een Houdini Helper Nekriem helpen het halster op zijn plek te houden.
• Gebruik een extra neusriem om afschuiven van het graasmasker over de neus te voorkomen.

Alle hulpmiddelen welke je kunt gebruiken om een graasmasker aan te houden vind je hier. Houd altijd de veiligheid van je paard in het oog!

• Controleer eerst of je de juiste maat graasmasker hebt. Zie hier voor de richtlijnen. Een te klein graasmasker zorgt altijd voor schuurplekken.
• Is de schuurplek een nare open wond? Laat het graasmasker dan even af om de wond te kunnen laten genezen. Zorg ondertussen dat je paard niet onbeschermd op de weide komt.
• Zorg voor zachte bontjes in het graasmasker, ook hiervoor is het belangrijk dat de maat van je graasmasker groot genoeg is.
• Bouw het dragen rustig op zodat de huid de tijd krijgt om eelt te vormen en te herstellen.
• Smeer geen vette zalven op gevoelige plekken, hieraan blijft vuil en zand kleven die het schuren alleen maar erger maken.
• Houd een graasmasker en bontjes schoon en reinig deze regelmatig.
• Laat een graasmasker bij regen goed drogen. Een natte en verweekte huid is gevoeliger voor schuurplekken. Het zelfde geldt voor erg warme dagen waardoor de huid onder het graasmasker transpireert.

Mogelijk heb je een te mild graasmasker voor je paard of is door de tijd de bodemopening groter geworden door slijtage. Gebruik je een milder graasmasker omdat je paard 24/7 op de weide staat, dan is het goed om te kijken of je de huisvesting kunt aanpassen naar minder weide-uren.

Controleer de drinkvoorziening in de weide of leefomgeving. Soms moeten paarden even ervaren dat ze met het graasmasker ook kunnen drinken. Je kunt je paard een handje helpen door met een emmer te oefenen.